Een boer koopt een vierkant stuk land.
Hij wil weten of de stukken even lang zijn.
Van A naar B duurt het lopen 1 minuut en 30 seconden.
Van B naar C duurt het lopen 1 minuut en 30 seconden.
Van C naar D duurt het ook 1 minuut en 30 seconden.
Maar van D naar A duurt het 90 seconden.
Rara hoe kan dat?
1 minuut en 30 seconde is evenveel als 90 seconde.