Een dikke kleine vrouw gaat met haar hondje met de trein mee. Tegen over haar komt een lange dunne man zitten met een sigaret in zijn mond. De vrouw zegt tegen de man:
"Als u niet uw sigaret uit doet, gooi ik hem uit het raam."
Zegt de man:
"Als je niet zorgt dat dat hondje hier weggaat dan zet ik hem bij de volgende halte er uit."
Die man hield zijn sigaret in zijn mond, dus de vrouw gooide hem uit het raampje waarop de man de hond bij de volgende halte er uit zette.
Toen ze allebei de volgende halte er uit kwamen kwam het hondje aangerend en wat had hij in zijn mondje?
Zijn tong.