Iemand moet voor de rechter verschijnen en de rechter vraagt: "Wat doet u voor werk meneer?"
De beklaagde antwoordt: "dit en dat."
Rechter: "Waar werkt u?"
Beklaagde: "Hier en daar."
Rechter: "Wanneer werkt u?"
Beklaagde: "Nu en dan."
Rechter: "Hoe is uw verhouding met uw werkgever en uw collega's?"
Beklaagde: "Zus en zo."
Rechter: "De rechtbank is van oordeel dat u naar de gevangenis gaat."
Beklaagde: "Naar de gevangenis? En wanneer kom ik weer vrij?"
Rechter: ".....Vroeg of laat."