De peetvader van een maffiaclan kwam er achter dat zijn doofstomme boekhouder 10 miljoen euro verduisterd had.
Hij had de doofstomme boekhouder aangenomen omdat hij toch niks kon horen.
Het missende geld wou hij echter meteen terug en hij haalde Jantje erbij omdat die gebarentaal kon.
De peetvader vroeg: "Vraag hem waar de 10 miljoen zijn die hij van mij verduisterd heeft!"
Jantje gebaarde deze vraag naar de boekhouder.
De boekhouder antwoordde in gebarentaal: "Ik weet niet waar je het over hebt."
Jantje tegen de peetvader: "Hij weet niet waar je het over hebt."
Hierop haalde de peetvader een pistool boven, plaatste de loop tegen de slaap van de boekhouder en zei: "Vraag het hem opnieuw."
Jantje gebaarde aan de boekhouder: "Hij gaat je vermoorden als je het hem niet zegt!"
De boekhouder: "OK! Hij wint! Het geld zit in een bruine tas die begraven ligt in de tuin van mijn neef, Voorstraat 18 in Utrecht!"
De peetvader vroeg aan Jant: "En, wat is zijn antwoord?"
Jantje: "Hij zegt dat je het lef niet hebt om te schieten."