Twee oenen gaan naar een winkel waar ze ondergoed verkopen.
De één kopt zeven onderbroeken en de ander twaalf.
Zegt de ene: "Waarom koop jij er zeven?"
"Nou je weet wel: maandag, dinsdag, woensdag, enzovoort, maar waarom koop jij er twaalf?"
"Nou je weet wel: januari, februari, maart, enzovoort."