Die astronaut komt op de maan en loopt daar te wandelen met dat pak aan. Ziet-ie me daar een kanjer van een meid. Zo'n maanmokkel. Ze staat in een pan te roeren. Gaat-ie naar d'r toe en zegt:
"Sta je 't eten klaar te maken?"
Zegt ze: "Nee, ik sta een kind te maken."
"Kind te maken?"
Zegt ze: "Ja."
En na een poosje roeren ziet-ie ineens uit die pan een baby komen. Zegt-ie: "Verdorie, ja."
Zegt ze: "Hoezo? Hoe doen jullie dat dan op de wereld waar je vandaan komt?"
Hij zegt: "Nou, daar gaat 't allemaal heel anders."
Zegt ze: "Ja? Hoe dan?"
Hij zegt: "Nou, kruip maar effe in m'n pak."
Zij in dat pak. Nou, dat vond ze ook wel fijn, dat was enorm. Zegt ze: "Maar waar is de baby nou?"
"Ja," zegt-ie, "die komt pas over negen maanden."
Zegt ze: "Waarom hou je dan nou al op met roeren?"