Staat Petrus bij de hemelpoort alle nieuwe leden van de hemel te ontvangen, komt er een man. Petrus vraagt:
"Wat ben je van beroep geweest?"
De man zegt:
"Ober."
"Nou kom maar binnen," zegt Petrus.

Staat de volgende te wachten, dus Petrus vraagt:
"Wat bent u van beroep geweest?"
De man zegt:
"Ik ben een leraar geweest."
Petrus zegt:
"Is goed kom maar binnen."

Komt er op een gegeven moment een prostituee aan. Petrus vraagt:
"Wat bent u van beroep geweest?"
De prostituee zegt:
"Nou, ik ben een prostituee geweest."
Petrus zei toen:
"Jij komt hier niet in!"

Dus de prostituee gaat op een bankje zitten. Komt er even later een kerel aan met een jutte zak op zijn rug en hij zei:
"Ach meisje wat is er?"
De prostituee zei snikkend:
"Nou, ik mag van Petrus niet naar binnen."
De man zei:
"Niet getreurd, ik los het voor je op spring maar in de jutte zak."
"Oke," zei ze, "Ik heb toch niets te verliezen."

De man loopt naar Petrus en Petrus vraagt:
"Wat ben je van beroep geweest?"
"Kleermaker," zei de man.
"En wat heb jij daar in die zak?" vroeg Petrus.
De man lachte en zei:
"Ach, een ouwe naaimachine."