Op een goede dag belt de belgische minister van Buitenlandse Zaken naar de president van Amerika, met de mededeling dat België oorlog wil gaan voeren met Amerika.
"Zo zo," zegt de president, "en hoeveel tanks hebben jullie dan?"
'Wel amaai, ik denk zo ongeveer 50.000."
"Oh," zegt Bill, "wij hebben er zo'n 2.000.000."
"Oeh," zegt die Belg, "dat is wel erg veel he, ik ga even praten alhier en zal u over een uur terug gaan bellen of dat allemaal door gaat gaan hier he."
Een uur later belt hij de president op om te zeggen dat het nog allemaal door kan gaan. Vraagt de president:
"Hoeveel vliegtuigen hebben jullie dan?"
"Awel, ik denk dat dat er zo ongeveer 1.000 zijn he."
Zegt de president:
"Wij hebben er ongeveer 1.000.000."
"Amaai, das wel heel erg veel he, ik ga alhier praten en dan ga ik u weer terugbellen he."
Na een dik uur belt hij terug en zegt dat het gewoon allemaal door kan gaan. Waarop de president vraagt hoeveel manschappen ze hebben. Zegt die Belg dat dat er ongeveer 800.000 zijn.
"Nou," zegt de president, "wij hebben er ongeveer 20.000.000."
"Oeh," zegt die Belg, "das wel heel erg heel erg veel he, ik ga u straks weer terugbellen he."
Belt hij weer een uur later terug en zegt hij tegen de president:
"Okee, het kan allemaal niet doorgaan he." De president raakt ondertussen geïrriteerd en vraagt waarom hij de oorlog verklaart, dan een paar keer terugbelt dat alles doorgaat hoewel ze erg in de minderheid zijn en nu gaat het in een keer niet meer door.
"Awel," zegt die Belg, "dat is heel simpel. Wij kunnen hier in België geen 20.000.000 krijgsgevangenen aan he."